Laudatio voor Raymonda Verdyck, titularis van de Mechelse Geuzenpenning 2022

door Björn Siffer, schepen voor Cultuur van de Stad Mechelen

Beste vrienden,

Hartelijk dank om hier deze namiddag aanwezig te zijn, op deze belangrijke dag voor het Mechels vrijzinnig-humanisme, een dag waarop de Mechelse vrijzinnig-humanistische verenigingen de Geuzenpenning overhandigen aan een vereniging of aan iemand die geïnspireerd door het vrijzinnig-humanistisch gedachtengoed een positieve invloed heeft uitgeoefend in de Mechelse regio. En die persoon, beste aanwezigen, is niemand minder dan de even minzame als erudiete voormalig gedelegeerd bestuurder van het GO!, het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, mevrouw Raymonda Verdyck.

Begonnen als leerkracht zedenleer en later gedetacheerd leerkracht bij de Humanistische Jongeren, werkte zij vanaf 1994 bij het ministerie van Onderwijs als verantwoordelijke voor de Studietoelagen en voor het Begeleid Individueel Studeren. In die periode slaagde zij erin om het systeem van studietoelagen uit te breiden van het secundair en hoger onderwijs naar het lager onderwijs. Vandaag vinden wij dat allemaal evident, maar dat was het geenszins. Nochtans weten we dat kansarmoede begint op jonge leeftijd en dat de jongste jaren van een kind enorm bepalend zijn voor de groeikansen tijdens het latere leven.

Wel beste vrienden, Raymonda Verdyck is voor hen in de bres gesprongen. Toen al maakte zij het verschil. In 2007 werd ze waarnemend administrateur-generaal bij het Onderwijsdienstencentrum Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs. Een jaar later ruilde ze die functie in voor die van administrateur-generaal bij Toerisme Vlaanderen, om in 2008 aangesteld te worden door de regering als afgevaardigd bestuurder van het GO!. En ze deed dat niet slecht, integendeel. Het marktaandeel van het GO! groeide van 14 naar 19%, in leerlingenaantallen uitgedrukt, betekent dat een stijging van 167.000 naar meer dan 230.000 leerlingen. Dat moet je verdienen en dat verdien je enkel door het DNA van je organisatie scherp te stellen en te bewaken.
En voor het GO! is dat DNA helder, maar tegelijk niet gemakkelijk. Voor het GO! gaat het over gelijke kansen creëren, sociale mobiliteit mogelijk maken, jongeren opvoeden tot kritische, mondige burgers. Liever dat dan een vaag ingevuld, op godsdienstige leest geschoeid pedagogisch project. Liever dat dan kwaliteit van onderwijs te verwarren met verhoogde drempels voor kinderen en jongeren met een diverse etnisch-culturele achtergrond of lagere sociaal-economische status. Dat is gemakkelijk om te scoren in bepaalde nietszeggende rankings, maar zegt niets over kwaliteit, beste vrienden. En dat weet Raymonda Verdyck maar al te goed.

Als een leeuwin verdedigde Raymonda Verdyck het GO!, op haar eigen manier. Minzaam, maar standvastig. Rustig, maar overtuigd. Raymonda Verdyck is geen tafelspringer, geen roeper, maar wel iemand die haar dossiers kent en dat ook toont tijdens debatten. Zonder haar stem te verheffen, zonder onnodig te polariseren, maar wel altijd zoekend naar vooruitgang, naar oplossingen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de groei van het GO! tijdens de ambtsperiode van Raymonda mede te danken is aan een positief imago van het GO!, aan de positieve reputatie van het GO! die Raymonda Verdyck met elke vezel in haar lijf belichaamde. Het is inderdaad zo dat een sterke visie het fundament vormt van elke geloofwaardige instelling, zeker van een sterk ethisch project als het GO!. En de keuze voor actief burgerschap en kwalitatieve onderwijsinnovatie hebben het GO! zeker geen windeieren gelegd, maar ook de minzame, positieve, standvastige persoonlijkheid van het vlaggenschip van hun geliefd instituut, Raymonda Verdyck, heeft een onmiskenbare rol gespeeld in de keuze van al die duizenden ouders, leerlingen en leerkrachten om zich bij het maatschappelijk project van het GO! aan te sluiten. Voor die bijzondere persoonlijkheid en die warmte, wil ik het publiek nu al een eerste applaus vragen.

Die menselijke warmte, gekoppeld aan een standvastige drang om te discussiëren op basis van feiten en niets anders dan feiten, etaleerde Raymonda Verdyck gedurende al die fijne jaren waarin ze actief was in de Raad van Bestuur van de Humanistische Jongeren.

De periode van Michel Mailliard, Ludo Reuter, Erwin De Mulder, Eric Verrept en natuurlijk ook Marc Van Camp, die mij tijdens de voorbereiding van deze laudatio maar wat graag te woord stond. Hij vertelde over de enorme congressen die de Humanistische Jongeren destijds organiseerden. Welke spreker of spreekster er ook gevraagd werd: allemaal tekenden ze met plezier present op de sterk inhoudelijke congressen van de Humanistische Jongeren: Jaap Kruithof, Etienne Vermeersch, Hugo Van den Enden, Louis Tobback, Karel Poma, Luc Van den Bossche… ze waren allemaal van de partij.

En het ging er bij momenten stevig aan toe, bijvoorbeeld in de periode van de oprichting van de Unie Vrijzinnige Verenigingen, toen de Humanistische Jongeren het nut daarvan in vraag stelden en zelfs bestreden, vanuit de redenering dat de vrijzinnigen zo legitimeerden wat ze bestreden, namelijk erkenning en betoelaging van levensbeschouwingen. De debatten waren hevig, op het scherpst van de snee, maar het was verdorie moraalwetenschap in de praktijk: eerlijke, open debatten over inhoud en principes, met respect voor argumenten, zonder op de man te spelen, zoals het hoort.

Marc Van Camp omschrijft Raymonda als een “een enorm werkbeest, dag en nacht in de weer voor HJ. Ik heb veel discussies gehad met haar, maar nooit ruzie. Zij is enorm sociaal en empathisch, altijd zoekend naar oplossingen.” Einde van zijn citaat. Het is bij de Humanistische Jongeren dat Raymonda toonde hoe je een administratie, een organisatie op punt zet en het is bij de Humanistische Jongeren dat haar ongelooflijk talent voor people management duidelijk werd. En ik doe er als toemaatje nog een liefdevolle beschrijving van Marc bij, die hopelijk ook waarheidsgetrouw is en waar we in Mechelen dus best kunnen op letten: “Als Raymonda aan het werk is, kan ze glimlachen. Als ze dronken is, kan ze al eens melancholisch zijn. En als ze complimenten krijgt, kan ze blozen en wat onhandig maar toch gecharmeerd lachen.”

En ook bij Tanya Van Cleven, wiens jongste dochter Anne-Laure het metekindje is van Raymonda, heb ik mijn oor te luisteren gelegd. En ook daar – het zal u niet verbazen – niets dan liefde en lovende woorden. Over Raymonda als goeie vriendin “met wie het sinds haar pensioen nog moeilijker is om af te spreken dan vroeger”, als getuige van haar huwelijk met Geert, en als gulle meter die nooit enkel cadeautjes koopt voor haar metekindje, maar altijd voor alle kindjes, wat haar als mens typeert. Tanya omschrijft Raymonda Verdyck als “een hartelijk iemand, die nooit een oordeel zal vellen over iemand, maar altijd zal luisteren in plaats van te veroordelen.”
En ze drukt meteen een wens uit, namelijk dat Raymonda, ook nu ze gepensioneerd is, tijd zal vinden voor haar passies: stevige literatuur, klassieke muziek, reizen met vriendinnen, meestal combinaties van zon en cultuur, “zolang er maar lekker eten en een goed glaasje wijn bij zijn”.

Raymonda Verdyck is – zoals ik haar ken als relatieve buitenstaander – niet het soort vrijzinnige voor wie de scheiding van kerk en staat het ultieme doel is – al is dat altijd mooi meegenomen – dat is voor haar niet voldoende. Een warme, humane samenleving behelst meer dan dat. Zij is naar mijn bescheiden mening eerder de humanist bij wie het erom gaat zich af te vragen wat we met al die emancipatie van godsdienst en met al die individuele autonomie nu eigenlijk moeten aanvangen.

Om de Nederlandse essayist Dick Pels te citeren: “Emancipatie leidt niet vanzelf tot goed gedrag. Vrijheid is een moreel en cultureel leerproces.” Geen vrijheid zonder volksverheffing dus. En individuele vrijheid op zich is mooi, maar impotent. Collectieve vrijheid, dàt heeft pas libido. Collectieve vrijheid, dàt leidt pas tot vooruitgang. Wij mensen in het vrije Westen zijn met al onze autonomie en wilsbeschikking en individuele vrijheid vergeten hoe we die vrijheid en autonomie moeten invullen. We zijn vergeten wat het échte goede leven is. En daarin zit een rol voor het collectief. Er zijn voor anderen, want wij mensen zijn relatieve wezens. Al die berichten op sociale media, al die schreeuwen om aandacht, “Kijk naar mij!”, “Zie eens wat ik nu weer aan het doen ben!”, die verraden enkel dat we de ander nodig hebben om zin te geven aan ons eigen bestaan. Een bestaan dat meestal veel minder rooskleurig is dan wat we op Facebook tonen.
Wat we dus nodig hebben, is een nieuw cultuur- of beschavingsideaal. Een beschavingsoffensief op humanistische basis, en dat mag een beetje elitair zijn, want we hebben opnieuw echte elites nodig die ons de weg wijzen. Geen elites van het geld, geen leeghoofden die kunnen zingen of sjotten, maar elites van de geest. De adel van de geest, zoals de Nederlandse essayist Rob Riemen of de Duitse auteurs Stefan Zweig en Thomas Mann dat noemden. Progressieve partijen moeten zich op dit vlak zelfbewuster profileren, want als zij het niet dringend doen, ontstaat er volgens nogal wat politieke observatoren een electoraal gat dat misschien vroeger dan later zal ingevuld worden. En dan kunnen er zich een aantal scenario’s voltrekken: er kan een Belgisch D66 ontstaan, een secularistische partij die het beste van de liberalen en socialisten opnieuw verenigt, want ooit waren die één familie, mét beschavingsideaal dat verder reikte dan kortstondig electoraal gewin zoals we dat vandaag kennen.
Of er zou een partij kunnen ontstaan vanuit vrijzinnig-humanistische hoek, die consequent de kaart van secularisme én collectieve volksverheffing trekt. Het zijn enkele overwegingen die ik u meegeef.

Maar ik denk dus dat een humaniste als Raymonda Verdyck, die niet alleen de vrijzinnig-humanistische theorie beheerst, ook een schitterende gids kan zijn om onze vrijzinnige wereld doorheen het moeilijke pad van het praktisch humanisme te gidsen. Zeker nu, Raymonda, je met verdiend pensioen bent en iedereen aan je mouw trekt om je te engageren voor deze of gene vereniging. Misschien een vriendschappelijke raad – en ik weet, dat komt potsierlijk over want ik ben een pak jonger dan jij – maar toch, een raad: kies goed wie jouw engagement waard is.

Want naar ik mij dus liet informeren door enkele van jouw beste vrienden: je hebt het nogal moeilijk om nee te zeggen. En dat siert jou natuurlijk. Met talent komt namelijk verantwoordelijkheid, dat hoef ik je niet uit te leggen. Zo blijf je bijvoorbeeld actief in de Raad van Bestuur van de VUB, bij de vzw OLO, bij de Raad van Toezicht van de Erasmushogeschool en bij de GO! Foundation, die fondsen verwerft voor kwetsbare jongeren. En dan vergeet ik ongetwijfeld nog enkele andere initiatieven die jouw steun en toewijding genieten.

Om al deze redenen, beste Raymonda, heeft de Mechelse vrijzinnigheid besloten om jou de Mechelse Geuzenpenning 2022 te overhandigen. Daarmee treed je in de voetsporen van eerdere laureaten en Mechelse reuzen als François Nason, Georgette Longrée, Frans Van den Brande, Raymond Mathijs, Paul Van Camp, Joke Bergsma-Stips, Frans Van der Vorst, het Comité Feest Vrijzinnige Jeugd, Frans Walravens, Anne Longrée en MeLeMo, Ward Adriaens en Herman Vermeulen.

Beste Raymonda, ik denk dat ik spreek namens alle aanwezigen als ik zeg dat jij een waardige opvolger bent in deze prachtige eregalerij. Wij hopen allemaal dat we jou nog vaak mogen ontmoeten hier in ons Vrijzinnig Centrum De Schakel, hier in de schaduw van jouw nieuwe woonst, en dat dit ontmoetingscentrum ook voor jou een thuis mag zijn.

Beste vrienden, graag uw applaus voor de laureate van de Mechelse Geuzenpenning 2022: mevrouw Raymonda Verdyck!

Björn Siffer, schepen voor Cultuur van de Stad Mechelen